Eind in zicht! - Reisverslag uit Villafranca, Spanje van jacquesenineke - WaarBenJij.nu Eind in zicht! - Reisverslag uit Villafranca, Spanje van jacquesenineke - WaarBenJij.nu

Eind in zicht!

Door: jacquesenineke

Blijf op de hoogte en volg

11 September 2011 | Spanje, Villafranca

Hoi, hoi, hier vanuit Villafranca del Bierzo het 5e verslag.We staan op het punt een 30km lange klim te maken naar Cebreiro. De laatste loodjes ...
Hartelijke groet van Jacques en Ineke

Blog, deel 5

Woensdag 31 augustus, St. Jean-Pied-de-Port, rustdag
De laatste dag in Frankrijk
Het gerestaureerde centrum, dat Anton Pieck-achtig aandoet, is toeristisch zonder dat het tegenstaat. St. Jean-Pied-de-Port heeft een lange pelgrimsgeschiedenis.
Van een ervaren pelgrim vernemen we dat we ons enerzijds voor de Pyreneeën niet druk hoeven te maken, maar dat we ons anderzijds op de bergen in Spanje niet moeten verkijken. We zullen zien.

Wij slapen in een gezellige pelgrimsherberg in een kamer met 3 stapelbedden. Mannen en vrouwen door elkaar. Je kunt hier alleen met een pelgrimspaspoort terecht. Er is een binnentuin waar je overdag kunt vertoeven. We doen ons wasje, bloggen wat, praten met anderen, luieren in de hangmat en lezen in ons routeboekje.

Het is interessant om mee te maken hoe het er aan toe gaat in zo’n herberg. Om half tien liggen sommigen er al in, dus sluipt iedereen zwijgend langs elkaar heen. De meesten zijn zo verstandig oordopjes in te doen. Ik niet, ik slaap overal doorheen, maar word toch wakker van het onweer dat ’s nachts met hevige klappen losbarst. Geen zorgen . . . . zzzz.

Donderdag 1 september, St. Jean-Pied-de-Port – Pamplona (72 km)
De Pyreneeën
Het is weer droog. Om 8:00 zitten we op de fiets. Zó vroeg is het ons nog nooit gelukt. Dat komt door het geritsel in de slaapkamers, dat al lang voor zonsopgang begint.

Na 8 km bereiken we de Spaanse grens en fietsen we zigzaggend de Pyreneeën op. De helling is 7 tot 9%. “Hier lachen we om vrouwtje” zegt Jacques vrolijk. En inderdaad, het valt reuze mee, we hadden op erger gerekend. Niet dat het vanzelf gaat, oh nee, we kruipen met 5 tot hooguit 7,5 kilometer per uur omhoog en dat 28 kilometer achter elkaar. Het is een kwestie van een héle lange adem, flink doortrappen en doorzetten. Het is niet te warm, precies goed. Vergezichten, nada, maar wel geurende naaldbomen en klaterende beekjes.

Na uren zuchten en zwoegen bereiken we om half twaalf de winderige top: 1057 meter. Bravo. De ontvangst is wat kaaltjes met alleen een klein, modern kapelletje dat op slot zit. Een kopje koffie had ons feestelijker geleken. Dan zó maar naar beneden, heel steil en heel snel. Oh wat een zaligheid . . . . Pamplona, here we come! . . arrivamos! . . . . . Pamplonaaaaaaaaaah!

Véél te vroeg gejuicht, naïevelingen die we zijn. Een berg heeft meerdere niveaus. “Houdt het dan nooit op!” verzucht Jacques. Nee, het houdt niet op, dit is ons lot. Maar één ding is zeker: we slapen vannacht wél in Spanje!

Aan de dorpen moet ik wennen. Op het eerste gezicht zien ze er best aardig uit, maar als je dichterbij komt is er iets vreemds. De huizen zijn óf nog niet af óf maar half gerestaureerd óf staan op instorten óf zijn al ingestort. Een armoedige aanblik. Daarom verlang ik terug naar Frankrijk, het paradijs, waar alles leek te kloppen.

Tegen vijven kloppen we aan bij het klooster aan de rand van Pamplona. Een ca. 85-jarige pater van de frères Maristes vangt ons op en brengt ons naar een eigen kamertje met stapelbed. In de gezellige binnentuin zitten een stuk of vijftien pelgrims al heerlijk te relaxen. Ja, het was ons al voorspeld: “Zodra jullie in Spanje zijn, zullen jullie veel meer pelgrims tegenkomen”. Daarom is relaxen er voor de arme pater niet bij. Die loopt zich het vuur uit de sloffen om al z’n trekkende schaapjes onder dak te brengen.

Ik wil wel in de binnentuin gaan bloggen. Maar een Frans sprekende Canadees, Yvon, ziet de ideale gesprekspartners in ons en daarmee valt mijn plannetje jammerlijk in duigen.

Als Jacques en ik later bij het pelgrimsrestaurant willen gaan eten, nodigen Yvon en z’n Franse wandelvriend Paul-Pierre ons met weidse gebaren uit om bij hen te komen zitten. Dat doen we. In een mum van tijd staat er een gezond 3-gangen pelgrimsdiner op tafel (voor € 8,50 p.p., inclusief een fles wijn !). Yvon en Paul-Pierre zijn aardige mannen van ongeveer onze leeftijd. Jammer dat we Yvon’s Canadese tongval wat minder makkelijk verstaan. Dan moet het gesprek maar even in het Engels – een Canadees is tweetalig - , maar verstaat Paul-Pierre het weer niet, en switchen we terug naar het Frans. Dat wordt een inspannend etentje, althans voor mij. Liefst zou ik na zo’n dag m’n prakje oppeuzelen en in álle talen zwijgen. Jacques niet. Die voelt zich tussen de mensen altijd als een vis in het water . Lucky Jacques! Evengoed krijg ik van Yvon bij het afscheid een dikke zoen op beide wangen. Ik ook lucky.

Vrijdag 2 september, Pamplona – Estella (60 km)
"Camino . . . daarheen!"
Klokslag 7:15 uur zijn we in het prachtige kloosterkapelletje voor de korte mis die dagelijks aan de caminogangers opgedragen wordt voordat ze vertrekken. Er liggen A4-tjes klaar in verschillende talen. De pater kijkt ons doordringend aan, zegt een en ander in het Spaans, wijst op een tekst, waarbij hij ook naar de andere pelgrims gebaart. Wij denken dat hij wil checken of we de juiste taal hebben gepakt en knikken instemmend. Maar nadat de pater naar het altaar is gegaan en de dienst heeft ingeleid, gaat zijn vinger plotseling richting eerste rij en begint iemand vervolgens het evangelie in het Duits op te lezen. Dan begrijpen we dat we om beurten voor de leeuwen geworpen worden. Dus lezen ook wij onze Bijbeltekst braaf op. En zo klinkt de mis in vele talen. Tot slot wordt iedereen verzocht elkaar met een hand een “buen camino” te wensen en gaat ieder zijns weegs.

Via de poort van een indrukwekkende stadsmuur bereiken we dan het oude centrum van Pamplona, dat bekend is van de stieren die door de straten gejaagd worden richting arena. We nemen de tijd om de bijzondere sfeer van de smalle straten met de hoge huizen op te snuiven. Het is hier heel anders dan in Frankrijk en ook de houding van de mensen is anders. Klonk de begroeting in Frankrijk altijd hoffelijk en zangerig (“bonjóuóur monsieur, dame!”), in Spanje lijkt een nuchter “hola” genoeg. Dus passen wij ons aan. Soms vergissen we ons en zeggen we “hallo”. Dan klinkt er: “hallo” en als antwoord “hola”. Heel grappig.

De bewegwijzering in de stad is uitzonderlijk goed: overal Jacobsschelpen, pijlen, borden en tegels. De camino leeft in Spanje. Iedereen weet wat het is en waar je heen moet. Zodra je even van de weg afraakt, zie je ongeruste gezichten of staat iemand te zwaaien met z’n armen: “Camino . . daarheen!”

We mogen dan de Pyreneeën over gestoken zijn, het klimmen is lang niet voorbij. Waren we daar al niet voor gewaarschuwd? Het is vandaag een prachtige tocht in de provincie Navarra, maar we krijgen hem niet cadeau.
En ik maak me ook nog zorgen over de juiste richting. Keer op keer zie ik plaatsnamen staan, waarvan ik Jacques zojuist heb horen zeggen dat we daar af moeten slaan, wat hij vervolgens niet doet. Als antwoord op mijn geroep (in de woestijn) zegt hij doodleuk: “Volg je man maar vrouwtje”. Dank je de koekoek. Ik moet er niet aan denken dat we straks een hele afdaling weer terug moeten naar boven. Na mijn zoveelste roep heet ik geen ‘vrouwtje’ meer, maar ‘…’ en ‘…’. Dan zal ik wel genoeg gezeurpiet hebben. Uiteindelijk begrijp ik wat hij bedoelt: de borden naar de snelwegen hebben een andere kleur dan die naar de provinciale wegen. Oh? Zó!

Netjes, zonder omwegen, komen we aan bij de jeugdherberg in Estelle. Jacques, die altijd uit is op contact, weet de dame bij de receptie weer speels uit haar tent te lokken. Als ze ons in gebrekkig Engels te woord staat, probeert Jacques in gebrekkig Spaans terug te praten. In ‘no time’ heeft hij de dame haar naam ontfutseld (Carlotte), waarna het ijs gebroken is. De conversatie ontrolt zich dan snel als een spelletje Spaanse les, waarvan Carlotte zó de slappe lach krijgt, dat ze haar magere buikje vast moet houden :). Als een ijverige leerling en met twinkelende oogjes schrijft Jacques alle nieuwe woordjes op een briefje. Carlotte straalt van trots.

En dan eten we gezellig in het oude centrum van Estella. Het is een vrij grote stad en er valt veel moois te zien. De grote jeugdherberg, is wederom maar dun bevolkt. Dat bevalt on wel. Veel douches, veel toiletten, brede gangen. In een pelgrimsherberg heb je veel minder privacy. Het is er kleiner en tien of twaalf man moeten het met 1 douche en 1 wc doen.

’s Nachts, na deze warme dag van zo’n 28 graden, is er donder en bliksem. Maar morgen is het vast weer droog . . . zzzz.

Zaterdag 3 september, Estella-Najera (60 km)
De Spaanse heuvels
De regenschoenen en poncho’s moeten aan, het regent nog. Het is flink afgekoeld. Dat mocht ook wel na gisteren. Het wordt ‘nog maar’ 23 graden. Als het opgehouden is met regenen, blijft het nog een tijd bewolkt. Gelukkig, want hete zonnestralen kunnen we even niet gebruiken. We krijgen namelijk te maken met véél hóge heuvels. Dat wordt dus transpireren.

Vóór ons kunnen we enkele fietsers als slakken tegen de heuvels omhoog zien kruipen. Een mooi gezicht. Dus doen ook wij wat ons te doen staat, elke heuvel opnieuw: trappen, diep ademen en volhouden. Het lijken de Pyreneeën wel, zo zwaar. En telkens na de beproeving volgt weer de beloning: de goddelijke afdaling, de welverdiende ontspanning, dat magnifieke uitzicht!

Er zijn niet veel fietsers en we zijn ze tot Spanje nog heel weinig tegengekomen, maar vandaag ontmoeten we ze regelmatig: Belgen, Duitsers, en Italianen. Ook mensen die we al eerder zijn tegengekomen. Met drie Belgische dames gaan we blijkbaar ongeveer gelijk op. We rijden niet steeds dezelfde afstand. Toch komen we elkaar om de paar dagen wel weer ergens tegen: “Ha Nederlanders, wij zíjn er weer!” roepen ze dan vrolijk.

In tegenstelling tot in Frankrijk zijn de kerken vaak gesloten. Waar ze open zijn, gaan we naar binnen. De Spanjaarden houden van veel en vol: grote vergulde panelen, beelden, schilderijen, houtsnijwerk, eigenlijk van alles veel. En in mijn ogen niet altijd even harmonieus opgesteld. Een ratjetoe, oneerbiedig gezegd (oeps). Het zou wat ingetogener mogen om de architectuur meer tot z’n recht te laten komen. Zonde. Maar wie ben ik? Smaken verschillen.

In Logroño, de eerste grote stad sinds we in Spanje zijn, ben ik haast opgelucht te zien dat de Spanjaarden wel degelijk kunnen bouwen. Gelukkig niet meer die krotten.

We eindigen in een pelgrimsherberg in Najera. Tien stapelbedden per slaapzaal. De hele herberg is vol na onze komst. In het huis heerst ordelijke wanorde. Overal rugzakken, overal mensen, maar alles loopt gesmeerd. Al om een uur of negen voltrekken zich de bed-rituelen en zoekt iedereen in gedisciplineerde rust z’n plekje op.

Zondag 4 september, Najera- Belorado (78 km)
Alleen op de wereld
Niemand zegt een woord, maar er wordt onmiskenbaar aanstalten gemaakt voor vertrek. Er is geritsel, geschuifel, gezoek met zaklampjes. En uiteindelijk gaat ieder sluipend de slaapkamer uit en vervolgt zijn eigen Camino.

Om 7:30 uur zitten we al op de fiets. Het is zondag en héél erg rustig. Niemand op de weg, alsof we alleen in Spanje zijn. Wandelpelgrims en fietspelgrims ontmoeten elkaar zelden, alleen als de wegen elkaar kruisen komen ze elkaar tegen.
Warm is het niet vandaag. Een graad of negentien. We houden onze windjasjes aan.
Als we druiven zien, plukken we weer een paar trosjes. Hier zijn bodega’s. Ze zien eruit als veredelde fabrieken, waarvan sommige een soort torentje hebben. Ze heten geen chateau’s.

Om de kathedraal in Santo Domingo te kunnen bekijken moeten we een uurtje wachten, maar dat hebben we er graag voor over. Aan de buitenkant is hij prachtig. De kerk dient ook als museum. Binnen bevindt zich de gebeeldhouwde graftombe van Santo Domingo en houden een levende kip en een haan in een hok een van de meest legendarische en bekende vertellingen langs de Camino in ere. Als de haan kraait, terwijl je de kerk bezoekt, weet je zeker dat je Santiago gaat halen. Jacques blijft opvállend lang bij het hok staan . . . . en komt zelfs nog een keertje terug :) . . . maar tot Jacques’ grote teleurstelling laat de haan laat niets van zich horen . . . .

Na het beklimmen van de heuvels worden we alweer getrakteerd op machtige panorama’s en rijden we zo Belorado in voor onze overnachting. Voor de verandering nemen we weer eens een kamer voor onszelf. Heerlijk vrij na al dat gesluip om elkaar heen.
In de binnentuin vervangt Jacques mijn versleten remblokjes, terwijl ik aan m’n blog werk. Hij krijgt assistentie van een Spaanse caminowandelaar die fietsenmaker is. Via de remblokjes leren we ook twee Duitse fietspelgrims van onze leeftijd kennen, Ralf en Beatrix, een stel waarmee het onmiddellijk klikt. Op het dorpsplein, waar net het jaarlijkse dorpsfeest aan de gang is, zetten we ons gezellig met z’n vieren aan een pelgrimsdiner en sluiten weer een fijne dag af.

Maandag 5 september, Belorado – Burgos (64 km)
Een stad met allure

Het is echt koud ’s morgens. We kleden ons warm aan. Veel dunne laagjes: t-shirt, vestje, fleece-trui, windjasje en lange broek of beenwarmers. Zo kunnen we er wel tegen. En terwijl de zon hoger aan de hemel klimt, gaat er steeds een laagje af totdat alleen ons t-shirt overblijft.
Het is schitterend te zien hoe de zon de gemaaide, golvende graanvelden in allerlei kleurschakeringen verlicht. En wéér is het zo stil. Niemand te zien, alleen wij op die grote, gele oceaan, de bergen op de achtergrond. Ik roep steeds oh en ah! We schieten niet erg op. Telkens wil ik stoppen om foto’s te maken in een poging deze adembenemende prairie-achtige schoonheid vast te leggen. Tegen beter weten in, want het zal me nooit lukken het driedimensionale beeld rondom in het beperkte blikveld van een camera te vangen.

Gestaag klimmen we en komen weer op zo’n 1000 meter hoogte. Bijna even hoog als de Pyreneeën. Daar komen we een Duits echtpaar van dik boven de zeventig tegen, die kalmpjes een deel van de tocht fietst op hun eigen manier. De steile hellingen doen ze lopend en af en toe snijden ze een stukje van de route af over de grote weg. Ze dóen het toch maar. Dat wil ik ook wel over twintig jaar.

Burgos is ons einddoel van vandaag. Die stad schijnen we niet te mogen missen. Dat klopt! Burgos heeft de allure van een wereldstad met schitterende beelden en gebouwen, die prachtig gerestaureerd zijn. Dat is nog eens wat anders dan de krakkemikkige huizen in de dorpjes waar we de hele dag doorheen rijden.

De pelgrimsherberg is ondergebracht in een voormalig paleis vlak achter de enorme kathedraal. Bij de restauratie is alleen de buitengevel blijven staan. Binnen zien we 2 bekende fietsen staan: die van Ralf en Beatrix. Die zijn hier dus ook! We komen ze zo gauw niet tegen, de moderne herberg heeft 6 slaapetages met elk ruim 30 mensen per zaal. Het Duitse echtpaar van boven de zeventig zien we wel. Die nemen dus ook genoegen met een stapelbedje. Grappig.

We laten de sfeer van het mooie Burgos goed op ons inwerken. We bezoeken de kathedraal, eten in de stad, wandelen langs de boulevard en zitten ’s avonds op het zonovergoten grote plein.

Als we om negen uur op de grote slaapzaal ons stapelbed opzoeken, blijkt het licht al uit en de helft van de pelgims onder zeil! Het wordt veel gepruts in het donker. Voor het eerst zijn er geen dekens beschikbaar, dus kruipen wij in ons dunne lakenzakje met beenwarmers en sokken. Als ik in diepe rust ben, wordt er aan m’n arm geschud. “Oh nee he, nú al op” denk ik. Met moeite draai ik me om en kijk in de ogen van een wildvreemde Spanjaard. Die schrikt, ik ben niet degene die hij zoekt. Kan gebeuren, maar ik kan niet meer slapen. Morgen maar weer eens een plekje met meer privacy opzoeken.

(wordt vervolgd)

  • 11 September 2011 - 07:30

    Annabel:

    Dag lieverds, wat een stoere vrienden heb ik toch! Ik geniet elke keer van de prachtige reisverslagen en mooie foto's. Dit is wel een compieet dokument voor jullie hele verdere leven, hè? Maar toch.... kom nu maar gauw veilig terug! Kus van Annabel.

  • 11 September 2011 - 12:52

    Maaike:

    Haihai,
    Hippe avonturen :).
    Aaaah, kraaide de haan niet? Dat vind ik zielig! Maar jullie gaan het vast wel halen.
    Grtz, Maaikie

  • 11 September 2011 - 14:30

    Sjak:

    Tot ziens in Holland

  • 11 September 2011 - 17:11

    David:

    Hola, hola!
    Todo buen? ;-) Wat goed dat jullie Spanje hebben bereikt! Vind jullie echte bikkels! Hopelijk zijn de laatste loodjes niet té zwaar. Op naar de eindsprint! Muchos successos :-D
    Groet David

  • 13 September 2011 - 13:50

    Bart (broer):

    Als jullie over 20 jaar weer gaan, wil ik wel mee

  • 15 September 2011 - 07:20

    Wiesje:

    Hoi Caminoooooo's !!!

    WAUW wat een prestatie, respect!!! Gefeliciteerd met jullie aankomst in Santiago en wat heerlijk om jullie verslagen te kunnen lezen en jullie intense foto's te zien op deze site Top! Geniet van de stad (het zal voor jullie lijfjes wel wennen zijn om nu niet door te fietsen....Finisterre????)

    Heel veel groeten,

    Wiesje

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Spanje, Villafranca

Voor de kathedraal van apostel Jacobus/St. Jacques/St. James/Apostol Santiago de Compostela

Actief sinds 04 Aug. 2011
Verslag gelezen: 645
Totaal aantal bezoekers 24875

Voorgaande reizen:

08 Augustus 2013 - 30 Augustus 2013

Langs Oude wegen naar Vézelay

05 Augustus 2011 - 17 September 2011

Mijn eerste reis

Landen bezocht: